Internet wordt tegenwoordig steeds vaker aangeboden door middel van alles-in-1-pakketten. Bij zo’n pakket wordt niet alleen de internetverbinding geleverd, maar ook goedkoop vast bellen en een tv-abonnement. Bij alles-in-1 horen dus 3 pakketten in één abonnement.
Alles-in-1 vergelijken levert vaak keuze uit drie verschillende pakketten op: internet, bellen & tv, internet & tv en alleen internet. Bij alle drie de keuzes speelt de internetverbinding een sleutelrol.
ADSL/vDSL is een verbinding die we tegenwoordig vooral in oudere huizen terug zien. In de Randstad is men inmiddels begonnen met de aanleg van veel snellere glasvezelnetwerken, maar op het platteland wordt ADSL en vDSL nog steeds gebruikt. Deze verbinding werkt aan de hand van koperdraad onder de woning. Dit koperdraad is aangesloten op een centrale op maximaal een paar kilometer van de woning.
Hoe ouder het koperdraad, hoe slechter de verbinding. Het is immers goed mogelijk dat het koperdraad redelijk versleten is, waardoor er signaalverlies optreedt. Doorgaans is de vuistregel dat de snelheden maximaal op 50 Mbps download en 5 Mbps upload ligt. Hoger dan dit is bij veel providers niet haalbaar. ADSL/vDSL is bij de meeste providers verkrijgbaar, afhankelijk van de postcode.
Een snellere, maar duurdere optie is de kabelverbinding. De kabelverbinding haalt snelheden tot wel 80 Mbps downloadsnelheid. Toch heeft de kabelverbinding ook een probleem: de kabel wordt gedeeld met de rest van de buren die ook op de kabel zijn aangesloten. Dat leidt in sommige gevallen tot instabiliteit, kortstondige storingen of een lagere snelheid internetverbinding. De providers werken tegenwoordig met steeds vernieuwde technieken en betere routers/modems. Daardoor zijn deze problemen niet meer zo ernstig als vroeger.
De kabelverbinding is doorgaans iets duurder, maar een van de populairste oplossingen in Nederland. Door internet via de kabel af te sluiten, heeft de consument een hogere snelheid. Die snelheid komt zeker van pas bij pakketten waarbij ook televisie of vast bellen wordt afgesloten.
Providers hebben de afgelopen jaren een behoorlijke strijd gevoerd tegen het gebruik van WiFi. Het is technisch bewezen dat de verbinding via een draadloos netwerk op gebied van snelheid iets achter ligt in vergelijking met een bekabelde verbinding. Fabrikanten van routers en modems hebben de afgelopen jaren hun technieken behoorlijk verbeterd. De 2,5 GHz-band is gebruikelijk voor modems, maar kent veel storingen door bijvoorbeeld de magnetron. Bovendien is deze band vrij drukbezet, waardoor er signaalverlies op kan treden. Iets duurdere modems hebben tegenwoordig ook de beschikking over een 5GHz-band. Deze band is minder druk en biedt dus een beter signaal. Het nadeel is dat niet iedere laptop al de beschikking heeft over de bredere band.
Wil je dus een stabiele, snelle verbinding op een goedkope manier, dan ben je bekabeld nog steeds het beste af.
De duurste optie is glasvezel. Glasvezel is tegenwoordig vooral in de Randstad verkrijgbaar. Andere delen van Nederland blijven achter. Het gebruik van een glasvezelverbinding is een vrij nieuwe techniek. Providers zijn al jaren bezig met de uitrol ervan. Toch vordert de uitrol niet erg gestaag, omdat het erg duur is om glasvezel onder de grond te stoppen.
In Nederland worden de kabels voor glasvezel onder de grond gemonteerd. Het probleem hiervan is dat er relatief hoge kosten bij komen kijken. Er moeten immers graafwerkzaamheden, wegafsluitingen, personeel en klikmeldingen bij het Agentschap Telecom geregeld worden. Om die reden is ook de prijs van glasvezel nog steeds hoog. Bovendien is deze verbinding op slechts een beperkt aantal postcodes beschikbaar.
Bij het internet vergelijken is het belangrijk een postcodecheck te doen. Aan de hand van de postcode check kun je achterhalen welke verbindingen in jouw woning aanwezig zijn. De meeste Nederlanders zijn afhankelijk van de kabelverbinding of een ADSL/VDSL-verbinding. De snelheden die je haalt bij de postcode check of het internet vergelijken zijn theoretische snelheden. Dit houdt in dat de snelheid in de praktijk iets lager uit kan vallen, bijvoorbeeld omdat je te ver van de centrale af woont of omdat het koperdraad onder de grond zijn beste tijd heeft gehad.
Om toch betere snelheden te kunnen garanderen, doen veel providers tegenwoordig aan ‘pair bonding’. Daardoor zou je in theorie hogere snelheden op je ADSL- of vDSL-verbinding moeten kunnen halen.
